Over ons
Sinds 1998 zijn wij bezig met het behandelen van algen en blauwalgen.
Blauwalgen vormen een groot probleem voor waterbeheerders, ondernemers en recreanten. De firma Van Diermen’s Vis- en Waterbeheer B.V. heeft een nieuwe methode ontwikkeld om blauwalgen te bestrijden door middel van waterstofperoxide. Deze succesvolle methode heeft zichzelf reeds bewezen.
Het probleem komt voor in diverse typen oppervlaktewater, waaronder zwemwater, stadswater en jachthavens. Een waterlichaam met blauwalgen heeft een lagere ecologische waarde en ziet er minder aantrekkelijk uit.
Daarnaast vormen hoge dichtheden en drijflagen van blauwalgen een potentieel gezondheidsrisico voor mens en dier: sommige blauwalgen scheiden schadelijke gifstoffen uit waar mensen en dieren ziek van kunnen worden. Bovendien zorgen drijflagen van blauwalgen vaak voor stankoverlast. De aanwezigheid van blauwalgen kan met name voor oppervlaktewateren met een recreatieve bestemming (zoals zwemwater of recreatieve havens) voor de nodige negatieve economische gevolgen zorgen.
Oorzaken
Eén van de oorzaken voor het optreden van blauwalgenbloei is de verrijking van het oppervlaktewater met nutriënten, de zogenaamde eutrofiering . Door deze eutrofiering bevinden veel systemen in Nederland zich in een troebele situatie. Deze situatie wordt gekenmerkt door een dominantie van algen in de waterkolom. Bij voldoende nutriënten en hoge temperaturen kan een blauwalgenbloei ontstaan.
De belangrijkste maatregel om algenbloei te voorkomen is het terugdringen van de belasting met nutriënten, met name fosfaat. Belangrijke bronnen voor fosfaat zijn onder andere rioolwaterzuiveringen, uitspoeling van mest van landbouwpercelen en inlaatwater om het waterpeil te handhaven.
Door het terugdringen van deze bronnen kan het systeem zich ontwikkelen tot een heldere situatie met helder water en waterplanten. Onder deze omstandigheden is de kans op het optreden van een blauwalgenbloei aanzienlijk kleiner. In veel situaties is het terugdringen van de nutriënten belasting lastig of kostbaar. Ook duurt het soms even voordat het effect van de maatregelen zichtbaar wordt. In die situaties kan een effectgerichte maatregel uitkomst bieden. De bestrijding van blauwalgen met waterstofperoxide is een goed voorbeeld van zo’n maatregel.
Bestrijding
Bestrijding van blauwalgen met waterstofperoxide
Uit onderzoek blijkt dat blauwalgen, meer dan andere algensoorten, gevoelig zijn voor lage concentraties waterstofperoxide. Waterstofperoxide is een milde oxidator die het fotosyntheseapparaat van de blauwalg verstoort, waardoor de alg sterft. Een bijkomend voordeel is dat het peroxide ook het microsystine (de gifstof) afbreekt. Het waterstofperoxide is na de toediening maar kort in de waterfase aanwezig ( maximaal 2 dagen). Bovendien blijven er geen stoffen achter in het milieu: het valt na verloop van tijd volledig uiteen in water en zuurstof. Wij hebben een doseersysteem ontwikkeld, waarmee het waterstofperoxide nauwkeurig kan worden toegediend. Dit is van belang omdat de concentratie niet te laag en niet te hoog mag zijn. De dosering vindt plaats vanaf een boot. Het doseersysteem koppelt de dosering aan de vaarsnelheid en regelt een snelle menging met het omgevingswater, waardoor vrijwel direct de gewenst concentratie wordt bereikt
Resultaten
Effecten op andere organismen.
Sinds 1998 zijn wij bezig met het behandelen van algen en blauwalgen. Blauwalgen vormen een groot probleem voor waterbeheerders, ondernemers en recreanten. De firma Van Diermen’s Vis- en Waterbeheer B.V. heeft een nieuwe methode ontwikkeld om blauwalgen te bestrijden door middel van waterstofperoxide. Deze succesvolle methode heeft zichzelf reeds bewezen. Het probleem komt voor in diverse typen oppervlaktewater, waaronder zwemwater, stadswater en jachthavens. Een waterlichaam met blauwalgen heeft een lagere ecologische waarde en ziet er minder aantrekkelijk uit.
Daarnaast vormen hoge dichtheden en drijflagen van blauwalgen een potentieel gezondheidsrisico voor mens en dier: sommige blauwalgen scheiden schadelijke gifstoffen uit waar mensen en dieren ziek van kunnen worden. Bovendien zorgen drijflagen van blauwalgen vaak voor stankoverlast. De aanwezigheid van blauwalgen kan met name voor oppervlaktewateren met een recreatieve bestemming (zoals zwemwater of recreatieve havens) voor de nodige negatieve economische gevolgen zorgen.
Conclusie
Uit ervaring blijkt in elk geval dat het mogelijk is om een populatie blauwalgen in kleinere watersystemen met 98-99% te reduceren. Het maakt het mogelijk om problemen met blauwalgen voor (minimaal ) 8 weken op te lossen. Daarmee lijkt de methode als effectgerichte maatregel succesvol en interessant voor beheerders om problemen gedurende het zwemseizoen op te lossen. Tevens werkt het ook tegen de ecolibacterie en botulisme, de ph waarden verbeteren zichtbaar. Daarnaast is het goed denkbaar dat het ecosysteem door de toepassing een zet in de goede richting krijgt, waarmee het effect blijvend kan zijn. Hiervoor moet wel eerst de oorzaak van de blauwalgenbloei worden weggenomen: bij een te hoge nutriënten belasting zal het probleem na verloop van tijd weer terugkeren.